literature

Thunder: hoofdstuk 9 - Gedeelde dromen

Deviation Actions

Roos-Skywalker's avatar
Published:
212 Views

Literature Text

9. Gedeelde dromen

''Oef, ik heb even wat sterke energie drank nodig.'' Mompelde Taejo in zichzelf.
(Energie drank is te vergelijken met koffie.) ''Gelukkig heb ik een paar daagjes vrij.'' ''Zei je wat Taejo?'' ''Nee niets moeder.'' Riep Taejo geïrriteerd terug. Mam hield nogal van Andere stijlen. Zo heeft ze dan ook stoelen van 'hout' wat dat ook mag zijn, die bekleed zijn met 'satijn' weer zo'n raar woord. Relaxt ging ik in één van de fauteuils zitten. ''Mam wat is dit nou weer?'' Riep ik geïrriteerd naar mijn moeder.
Gefrustreerd stuurde ik in gedachten commando's naar de 4Dtelevisie maar het beeld bleef zwart. ''Liefje, gebruik deze.'' Mam wees een afstandsbediening aan.
Dat die nog bestaan, goh. Ik zette het scherm aan, het was helemaal niet 4D.
''Hèhè die Andere zenders zijn zo slecht nog niet.'' Zei ik. Er was een documentaire over zebra's. Langzaam vielen mijn oogleden dicht. Gronk. Taejo snurkte luid.
''Wat is hij toch schattig als hij slaapt.'' Zei mam vertroetelend.

De kamer was donker maar ik herkende hem wel. Het lab op school.
Vredig lag Zephyr daar, op de tafel. Ik wist niet waar ik was en wie ik was, op dit moment leek toeschouwer de beste beschrijving. Nietsvermoedend sliepen de cadets. De klok aan de muur tikte zachtjes door, de kleine wijzer passeerde de 3.
Zephyrs helblauwe ogen schoten open. Ik bekeek mijn handen, mijn eigen handen zouden vol zitten met de groeven van een zwaar leven maar deze; glad en onschuldig zoals de handen van al deze kinderen. Ik voelde me vreemd. Helemaal niet als mezelf. Ik voelde me jonger maar gevaarlijker. Als een soort batterij.
Ik keek naar het plafond, ik wist dat het hier nu pik donker zou zijn, zonder raam maar toch kon ik zonder moeite de omgeving zien. Ik was vastgebonden, geketend. Een diepe groef van frustratie tekende zich op mijn gezicht. Woedend keek ik naar de ketens. Ik vraag me af waar al die ongelooflijke woede vandaan komt.
Ik wilde vloeken maar in plaats van een vloek, ontsnapte er een kreet dat tussen een grom en brul zat. Ik spreidde mijn vingers, ik voelde een hitte langs mijn ruggengraat lopen. De boeien smolten, het hete metaal voelde prettig aan. Ik voelde die onbekende innerlijke vlam opvlammen. ''Honger.'' Honger naar wat? Vroeg ik mezelf af. Het was een overbodige vraag, diep vanbinnen wist ik het antwoord al: honger naar energie, levensenergie. Ik voelde mijn bloed vanbinnen branden. Het is vreemd, ik heb geen controle over de bewegingen die ik maak. Ik duwde mijn hand tegen de ijzeren deur. Iets in me genoot van de geur van vuur, van brandend metaal. Ik kroop door het gat dat ik had gemaakt. Plotseling werd ik overweldigd door honderden nee enkele duizenden geuren tegelijk.

Ik werd er duizelig van maar, de andere ik wist precies wat hij er mee moest doen. Geluidloos maar met een doel voor ogen, Sprintte ik door de gangen. Ik volgde blijkbaar een specifieke geur want het werd steeds sterker. Het was een zoetige geur sterker dan de andere. Met iedere stap dichter bij de deur van de slaapkamer van de leerling werd mijn innerlijke vuur wilder, alsof het een geweldig moment verwachtte.
Ik wist dat er iets vreselijks ging gebeuren maar de andere ik was al aan het water tanden aan de gedachten van bevrediging. Geluidloos kraakte ik het wachtwoord van de kamer. Al even geluidloos sloop ik binnen. Het was Liander, Wakuri's lievelings leerling omdat hij zo lang door kon gaan met zwaard vechten. De kamer werd verlicht door het kunstmatige maanlicht, dat door een raampje scheen.
Er stond een boekenkast, een kledingkast, een stapelbed waarvan Liander boven sliep en een tafel.
Ik hoorde stemmen in mijn hoofd maar ze waren vaag en op de achtergrond.
Opeens zag ik afgrijselijke dingen, vreselijke beelden doemden in gedachten op.
Ik keek met afgrijzen naar mezelf. Ben ik dat?
Ik sprong, ik landde op het trapje. Likkebaardend klom ik omhoog.
Ik had het gevoel alsof ik in brand stond, mijn bloed kookte zo heftig, dat, als dat kon het door mijn huid zou branden. ''Eindelijk, eindelijk na al die jaren! Na al die jaren van ontbering en strijd is het eindelijk de tijd om te genieten, om me op te laden!''
Zei ik dat? Vroeg ik mezelf verschrikt af. Mijn stem was angstaanjagend.

Verschrikt werd Liander wakker. ''Zephyr?'' antwoordde Liander hees. Liander trok zijn laser zwaard. Mijn gezicht was enkele centimeters van het zijne verwijderd.
''Sla dan, sla dan toe.'' Zei ik uitdagend. Liander haalde uit en sloeg de trap aan flarden. Met ogen groot van verbazing viel ik met een kreet van schrik naar beneden. ''Wat wil je van me?!'' Krijste Liander hysterisch. Ik grijnsde breed. Ik voelde de energie, de elektriciteit door mijn lichaam gieren. ''Nauw?'' Riep Liander.
Mijn enige reactie was een duivelse grijns. Stop! Laat het stoppen! Ik ben een leerkracht, ik hoor mijn leerlingen juist te beschermen! Niet aan te vallen! Hoe hard ik ook in gedachten riep, het was net alsof ik tegen een muur riep. Ik voelde een koude rilling door me heen gaan. Nee.., als hij of ik toch maar niet… Mijn voorgevoel zei anders, mijn voorgevoel zei me dat het ergste nog moest komen.

''Wat ik wil Liander? Ik wil je dood hebben!'' Schreeuwde ik.
Ik hief mijn arm, ik maakte me klaar voor de aanval. Liander zag dat en sloeg toe met een geweld dat ik alleen een ervaren bewaker zou zien doen. Behendig ontweek ik zijn slag en greep hem bij zijn nek. Een kleine 2000 volt gierde door Liander heen. Hij was volledig verlamd, zijn ogen draaiden in zijn oogkassen. Ik siste dreigend.
Liander liet zijn wapen vallen, hij kromde zijn handen tot klauwen.
Plotseling voelde ik weer een groot deel van mijn controle terugkeren.
Onmiddellijk stopte ik. Geschokt als ik was liet ik Liander los. ''Wat heb ik gedaan?'' Een traan biggelde over mijn gezicht, de eerste traan in 25 jaar. Van wanhoop en ellende stortte ik in. ''Hggf'' Ik draaide me om, piepend haalde Liander adem.
Vol berouw liep ik naar hem toe. Met alle moeite van de wereld prevelde Liander een aantal woorden: ''Asss…hole.'' Liander grijnsde naar me, maar het leek meer op een grimas. ''M, maak het dan af. Ik lijd.'' ''Nee.'' Vol ontzetting schudde ik mijn hoofd.
''Dit kan niet!'' Ik liet een gesmoorde snik horen. Woedend richtte ik me op de spiegel. Ik keek zó boos dat zelfs de stoerste persoon ter wereld zich bedreigd zou voelen. ''WRAAAAH!'' Mijn onverklaarbare, innerlijke woede ging tekeer.
Slingers van elektriciteit zwiepten door de kamer.

Verdriet en paniek gingen over in boosheid en mijn boosheid ging over in bloedlust. Fier en vastberaden stapte ik op mijn halfdode slachtoffer af. Ik pinde mijn nagels vast in zijn lichaam. Liander kreunde van de pijn. Liander kon nog net mijn compleet psychotische gezichtsuitdrukking onderscheiden tussen de duisternis van de kamer. Hijgend van een onbekende inspanning boog ik me over Liander heen.
''Ik voel me niet goed'' Ik werd misselijk van mijn gedachten gang. Genietend sloot ik mijn ogen. Liander haalde piepend adem. Ik oefende druk uit op zijn borstkas. Liander wilde het uitschreeuwen maar had simpelweg de energie niet.
Ik voelde Lianders warme levens energie door mijn aderen stromen. Ik wist dat Liander zou sterven als ik niets deed. Met een brul wierp ik mezelf tegen de muur.
Ik zag er vreselijk uit; alsof ik in enkele momenten 30 jaar ouder was geworden.
Mijn gezicht was gerimpeld van een vurige innerlijke strijd, waarvan ik aan de verliezende kant stond. Met een glazige blik in de ogen keek Liander me aan.
Mijn andere ik antwoordde zijn blik en siste van woede en onmacht.
''Dacht je hem soms te kunnen redden Taejo? Nu nog? Hij is zo goed als ten dode opgeschreven na mijn actie van daarnet.'' Ik schrok me dood.
Hoe wist Zephyr dat ik het was? ''Je was moeilijk te identificeren maar het is me toch gelukt.''
''Die honger, het vuur, de weerzinwekkende beelden in mijn hoofd, dat was jij?''
''Hoe raad je het toch! Correctie: MIJN hoofd!''
''Wat... dus ik ben niet Taejo?'' ''Nee idioot! Je probeert mij al de hele tijd te dwarsbomen!'' Ik keek verwonderd. ''Hier zul je spijt van krijgen!'' Riep Zephyr hardop.
Zephyr Sprintte op Liander af. Ik greep naar de kast, het handvat van de kast brak af en mijn hand zat onder de splinters. Zephyr remde zo plotseling dat ik duizelig van werd. Zephyr zette zich af, maakte een salto, landde tegen de muur, zette zich opnieuw af en vloog gracieus over Liander heen. Mijn ogen werden groot van angst: daar recht voor ons stond Lianders laser zwaard, klaar om ons te spietsen.
Ik merkte dat Zephyr niets deed. Ik maakte een flinke slinger en veranderde de koers van onze val. Ik hoorde een doffe bonk, niet de knal die ik had verwacht.
Mijn vingers waren nat. Ik hoorde Zephyr in mijn hoofd schaterlachen.
Ik opende mijn ogen. Ik lag op Liander, ik trok. Mijn handen zaten vast, ik trok harder.
Met een zachte plof waren mijn handen vrij. Ze zaten onder Lianders groene bloed.
Liander was dood. Hij zag er nog steeds hetzelfde uit als eerst met als enige verschil zijn vaalgrijze huidskleur. Walgend van mezelf deed ik een stap achteruit, maar inplaats van naar achteren gaan, stapte ik eruit. Ik zag Zephyr daar nog zitten.
''En weet je wat het ergste is? Niet Zephyr maar ik heb Liander gedood!''

Het laatste wat ik zag was; hoe Zephyr gevoed en wel uit het raam sprong en ontsnapte.
Comments0
Join the community to add your comment. Already a deviant? Log In